Uitvinder  Carte-de-Visite André Adolphe-Eugène Disdéri

De Franse fotograaf André Adolphe-Eugène Disdéri verkreeg een patent in 1854 voor zijn uitvinding, de Carte-de-Visite. De Nederlandse benaming is het visitekaart portret. Een afbeelding, meestal een portret maar ook wel reproducties van kunstwerken, werden op een kartonnetje geplakt. Oorspronkelijk ging het om albuminedrukken die nogal de neiging hadden om te gaan krullen. Opgeplakt was dat probleem verholpen maar hiermee was tevens de Carte-de-Visites geboren en werd ook mateloos populair. Aanvankelijk waren het dunne kartonnetjes van 6,5 X 10,5 cm. waar de foto's op werden geplakt. Vaak voorzien van een stempel met de naam en adres van de fotograaf achterop. Het karton was absoluut aan mode onderhevig. In de loop van de jaren werden ze rijk aan versieringen voorbedrukt en vaak werden de fotowedstrijd prijzen die de fotograaf had gewonnen erop vermeld. Het karton werd dikker en een bescherm-tissue werd eraan geplakt om de foto te beschermen. Op dit exemplaar ontbreekt de tissue.  In dit voorbeeld gaat het om een portret 'ten voeten uit' van een jonge man gemaakt laat 19e eeuw. Het is een goud getoonde  daglicht collodium zilverdruk. 
Fotograaf H. Hansen. Odense. Denemarken.


Semi-emaille

De Carte-de-Visite komt ook vaak voor als Cartes camées of in het Nederlands semi-emaille. Dit is in een ovale of rechthoekig geperst fotoportret die meestal voorzien is van een glanzende afwerklaag. Het procedé m.b.t. deze laag werd al in 1860 beschreven door M Tunny in: Bulletin Belge de la Photograhie en werd bekend onder de naam Procedé de M Tunny. De afwerklaag bestond uit gelatine-collodium. Het gaf de afbeelding meer glans maar beschermde de beeldzijde ook tegen invloed van zwavel (luchtvervuiling) en vocht. De vervaardiging van de semi-emaille, die in de Engelse fotoliteratuur als 'Cameo' wordt vermeld, gebeurde door de foto te persen met een speciale, voor dat doel ontwikkelde, semi-emaille pers. Deze was voorzien van holle en bolle staalplaatjes die al dan niet verwarmd werden met een spiritus brander.  De bolle ruimte die ontstaat aan de achterkant is soms voorzien van een propje watten en is afgesloten met karton. Soms is de achterzijde hol gelaten. Beide getoonde semi-emaille portretten zijn goud-getoonde albuminedrukken. De beeldzijdes zijn afgewerkt door de eerder beschreven gelatine-collodium laag. Daardoor zijn de foto's na meer dan honderdveertig jaar goed bewaard gebleven. De achterzijden bij de voorbeelden zijn afgeschermd met karton waarop de gegevens van de fotografen vermeld staan.

Foto met de rechthoekige persing C.E Klumpes  te Rotterdam en met de ovale persing L.R. Werner te Amsterdam. Beide ca. 1880.


Foto B. Blaschy 1908-1910 Collectie FMS

B. Blaschy en L. Bisilius

De Duitse fotograaf B. Blaschy maakte omstreeks 1908-1910 de linker CdV met een portret van een jonge vrouw. Het betreft een matte daglichtcollodiumzilverdruk. De foto heeft een zeer dunne barietlaag en de papiervezel is daardoor net een beetje zichtbaar. De foto heeft een matige goud-toning ondergaan waardoor het beeld een geel bruine toon heeft. Meer goud-toning zou de beeldkleur meer chocolade bruin maken. Links onder de foto wordt trots vermeld dat deze fotograaf een prijs heeft gewonnen bij de Deutcher Photographen Verein (Duitse Fotografen Vereniging) in Bremen in 1907. Hoewel je het vaker tegenkomt is het  langwerpige formaat van 5 X 11.8 cm enigszins afwijkend.

De rechter CdV is gemaakt door de Fotograaf L. Basilius omstreeks 1902. Het gaat hier om een matte daglichtcollodiumzilverdruk goud-en platina getoond. Dit papier had meegegoten goud-en platina verbindingen om de foto op een platinadruk te laten lijken. De platinadruk is een foto die tot stand komt middels een metaal verbinding en is per definitie mat met een zeer mooie toonschaal. Ook deze foto heeft een langwerpig formaat van 4,7 X 12 cm.

 

 

Foto L. Basilius. 1902.
Collectie FMS

Beide fotografen werkten in Danzig en Elbing. Steden die nu tot Polen behoren maar die vanaf 1870 tot vlak na de eerste wereldoorlog behoorden tot de provincie West Pruisen van het Keizerrijk Duitsland.